
Week tegen eenzaamheid
Het is de week tegen eenzaamheid. Als kind al was ik erg eenzaam. Van mijn ouders mocht ik niet met andere kinderen spelen. Na school moest ik direct naar huis en zelden speelde er andere kinderen bij ons. Daarnaast werd ik seksueel misbruikt door mijn vader en opa en later mijn moeder. En mijn vader mishandelde me ook lichamelijk en geestelijk. Ik zag de kinderen op straat spelen en dat deed me pijn, ik hoorde ze lachen met elkaar, mijn lach bevroor in stilte.
Later als ik op mezelf woon, controleren mijn ouders nog steeds mijn leven. Tot 3 uurs nachts gaat de telefoon om te controleren of ik wel thuis ben en nergens heen ben. Als ik werk vind merk ik hoe ver mijn wereld afstond van die van mijn collega’s. Ik kon niet meepraten over uitgaan in het weekend of leuke dingen doen met vrienden. In de kantine met allemaal mensen om me heen voelde ik me diep eenzaam, het vrat aan me en ik was niet in staat er iets aan te veranderen.
Als ik mijn man leer kennen is het voor het eerst in mijn leven dat ik een maatje krijg en liefde voel voor een ander. Maar veel groter is mijn wereld niet. Dat veranderd als ik voorzichtig een uurtje per week vrijwilligerswerk ga doen. Het gevoel dat ik iets betekend geeft me weer kracht. Mijn houding veranderd, van in elkaar gedoken over straat, naar een open houding en mensen aankijkend. En ineens zeggen mensen goedemorgen tegen me en spreken me wel eens aan. Wat een overweldigend gevoel is dat.
Inmiddels zit ik in 3 besturen, geef lezingen en ga met plezier de deur uit. Waar ik altijd een lege agenda had, moet ik nu nee zeggen, kan tenslotte niet overal tegelijk zijn. Mijn lach is nu oprecht naar mezelf en naar de wereld toe. Zeg gewoon eens hallo tegen iemand die je wat eenzaam lijkt op straat. Maak eens een praatje met diegene in de straat waar je nooit bezoek ziet. Een klein gebaar en groot verschil.
foto: Hetwie van der Putten

One Comment
Mia
Ik heb je boeken gelezen dat mag een kind tocht niet meemaken