Erkenning
Gisteren reed ik door het park op de scootmobiel met mijn Hulphond Jazz. Een ouder stel sprak me aan en vroeg hoe het met me ging. Ik kende deze mensen niet, maar antwoorde goed en stopte even. Leeft je vader nog? vroeg de vrouw. Altijd weer een beladen vraag, hij leeft niet meer en daar ben ik blij om, maar dat klinkt zo akelig om te zeggen. Dus antwoord ik maar simpel nee. Gelukkig maar zegt de vrouw, de wereld is een stuk mooier zonder hem. Tegen haar man zegt ze, zij is een dochter van Mientje en dat klopt. Ik weet wel wat voor man je vader was, zei ze, en ik hoop zo dat het nu goed met je gaat. Nu durf ik meer te zeggen en vertel dat ik mijn ouders al meer dan 25 jaar niet gesproken heb, geen contact meer heb. Dat ik blij ben dat mijn vader overleden is en hoe goed het met mij gaat.
Sinds ik mijn boeken schreef gebeurt het me vaker dat mensen die mijn ouders konden me aanspreken. En telkens weer ontroert het me, de erkenning die ik krijg. Mijn vader was, buiten alles wat hij mij aangedaan heeft, geen vriendelijke man. Hij behandelde mensen als oud vuil en had overal wel iets op aan te merken. Dat besef kreeg ik pas nadat mensen me aanspraken en hun ervaringen met hem met me deelde. Soms zeggen mensen dan, ik word er boos om toen deden ze niks. Ik voel dat niet die boosheid, ik voel vooral erkenning krijgen, gehoord en gezien worden, al is het vele jaren later. De meeste mensen in onze omgeving, weet ik nu, wisten wel dat mijn vader geen fijne man was en agressief, met een heel kort lontje. Altijd keihard tegen mij. Dat hij mij misbruikte wisten mensen natuurlijk niet, dat gebeurde achter de voordeur. Wel hadden veel mensen iets van: het verbaasd me niets of ik vermoedde iets.
Ik heb besloten niet langer boos te zijn op de mensen om me heen. Maar de erkenning die ik van zoveel mensen kreeg, familie, vreemden, bekenden, dorpsgenoten te omarmen en te koesteren. Hoe mooi is het dat mensen zich nu tegen me durven uit te spreken, wat ze jarenlang niet durfden. Het geeft mij handvaten en geeft me een dankbaar gevoel en dat koester ik net als de erkenning.


