onbegrepen gedrag
Aan het begin van het jaar, als de politie weer bekend maakt wederom steeds vaker te maken te krijgen met mensen met onbegrepen gedrag, en dit zat te zijn, is er weer aandacht voor. Zo zat ik afgelopen donderdag samen met politiechef Martin Sitalsing en Teun, interventiemedewerker onbegrepen gedrag bij de NS (fantastisch initiatief!) bij #Barlaat hierover te praten. Dat is mooi natuurlijk, maar we zijn het, zoals het zo vaak gaat, alweer snel vergeten. En lopen we vandaag weer met een grote boog om diegene heen die, in onze ogen, onbegrepen gedrag vertoont.
Ik ben zelf 25 jaar lang seksueel misbruikt, mishandeld en verwaarloosd door met name mijn vader, maar ook door mijn moeder en opa. In 1996 kreeg ik de diagnose dissociatieve stoornis. Ik noem het altijd een normale reactie op een abnormale situatie. Om als kind deze verschrikkingen te kunnen overleven, ontwikkel je, heel logisch, een overlevingstechniek. Ik leerde buiten mezelf te treden, de werkelijkheid te verliezen, niet meer te voelen zowel lichamelijk als geestelijk. Een broodnodige techniek om het leven dat elke dag eenzaam, doodeng, pijnlijk, en vol geweld was te overleven. Maar het wordt een automatisme, net zoals ademen dat is. Later als je uit de situatie bent, blijf je deze techniek gebruiken bij triggers, bij angst, bij herbelevingen, bij nachtmerries. Essentieel is dan goede hulpverlening die je leert om anders om te gaan met deze emoties. En die kreeg ik niet. En dus liep ik zo’n 20 jaar totaal verward over de straat in pyjama, op blote voeten, zomer en winter. Ik werd weer een kind van 8 dat dagelijks misbruikt werd. Ik was terug in het verleden, vergat de realiteit, vergat dat ik volwassen was, vergat dat ik veilig was.
Periodes waarin ik zo’n 3 keer per week door de politie van straat werd geplukt. Wat schaamde ik me, ik durfde nauwelijks nog naar buiten uit angst de grip te verliezen. Ik ben de politie oneindig dankbaar, maar wat ik werkelijk nodig had was snelle, accurate hulpverlening. Soms zat ik al 4 uur op het bureau voor de gebelde crisisdienst kwam. Genoeg tijd om weer de volwassen Angélique te worden en dus was hun conclusie, niets aan de hand. Nooit zagen ze me zoals de politie me wel zag. Het was altijd mosterd na de maaltijd. Agenten zijn geen psychologen, als ze dat hadden willen worden dan hadden ze wel een andere studie gekozen. Het idee van Martin een GGZ-medewerker in de meldkamer zou geweldig zijn. Crisisinterventie die snel is, en niet uren later, die de situatie met eigen ogen zien en niet uit de verhalen van de betrokken agenten. Elk jaar is er weer even aandacht voor, maar wanneer gaan we eens constructief hieraan werken? Wanneer gaan we de mens achter het onbegrepen gedrag zien. Want laten we ons realiseren, iedereen kan dit overkomen.
p.s ik ben nu halverwege mijn 3de boek, een keer raden waar deze over gaat 😊



One Comment
MPJ MAAS
Lievd Angelique, ik ben jouw 2e boek nu aan het lezen. Wat mij verbaast , is, dat jij ondanks alles wat je hebt meegemaakt, nog zo’n mooi karakter hebt. Ik zou willen dat je vroeger mijn schoolvriendinnetje was geweest, dan had ik je misschien kunnen helpen. Veel liefs voor jou, en jouw trouwe lieve man en je leuke hondenmaatje. Vele groeten, Marie-Anne Maas